De Open Bodem Index (OBI) is gebaseerd op wetenschappelijke kennis over de bodem. Onderzoekers werken samen om betrouwbare informatie te verzamelen over de bodem. De basis van OBI wordt gevormd door een omvangrijk, wetenschappelijk onderbouwd rekenhart. In dit rekenhart zijn tientallen bodemfuncties opgenomen en niet, zoals meestal het geval is: niveaus.
OBI wordt gevoed door een grondmonster, genomen door de bekende agrarische laboratoria, bijvoorbeeld de BemestingWijzer. Openbare databronnen, zoals grondwatertrappen en bodemsoortinformatie, vormen de basis van het rekenhart. Je eigen grondmonster wordt daarnaast gelegd.
Bodemfuncties
Hier vind je alle functies die zijn opgenomen in het OBI-rekenhart
Ecosysteemdienst Gewasproductie – Bodemchemie
OBI indicator
Omschrijving
pH buffering
De zuurgraad van de bodem, waarmee de beschikbaarheid van nutrienten wordt beïnvloedt als ook de ziektewerendheid van de bodem.
N-leverend vermogen
De capaciteit van de bodem on stikstof vrij te maken voor gewasopname via mineralisatie.
Fosfaat buffering
De capaciteit van de bodem om fosfaat te leveren voor gewasopname.
Kalium buffering
De capaciteit van de bodem om kalium te leveren voor gewasopname.
Magnesium buffering
De capaciteit van de bodem om magnesium te leveren voor gewasopname.
S-leverend vermogen
De capaciteit van de bodem om zwavel te leveren voor gewasopname.
Zn-beschikbaarheid
De capaciteit van de bodem om zink te leveren voor gewasopname.
Cu-beschikbaarheid
De capaciteit van de bodem om koper te leveren voor gewasopname.
Ecosysteemdienst Gewasproductie – Bodemfysica
OBI indicator
Omschrijving
Waterbuffering
De hoeveelheid water die in de bovenste 30 cm van het bodemprofiel beschikbaar is (of kan zijn) om gewasgroei te faciliteren.
Droogte- en natschade
De gevoeligheid van een perceel voor droogte dan wel wateroverlast, uitgedrukt als derving in economische opbrengst vergeleken met een ideale bodemtype-GT-combinatie (zandgrond met GT IV).
Aggregaatstabiliteit
De weerstand van de bodem tegen het uiteenvallen van bodemdeeltjes.
Verkruimelbaarheid
Het gemak (benodigde energie) waarmee de grond kan worden gebroken en geschikt is voor grondbewerking.
Stuifgevoeligheid
Stuifgevoeligheid geeft aan of de bodem gevoelig is voor verstuiving en verlies aan waardevolle grond (winderosie).
Bewerkbaarheid
Het aantal bewerkbare dagen.
Bewortelbaarheid
De bewortelbare diepte van het bodemprofiel.
Verdichting
Risico op aanwezigheid van ondergrondverdichting.
Verslemping
Verslempingsgevoeligheid: de gevoeligheid van bodems voor verslemping aan de oppervlakte.
Ecosysteemdienst Gewasproductie – Bodembiologie
OBI indicator
Omschrijving
Plantparasitaire aaltjes
De aanwezigheid van plantparasitaire aaltjes die de gewasproductie kunnen belemmeren.
Ziektewerendheid
Het natuurlijke vermogen van de bodem om ziekten en plagen te onderdrukken en of te weerstaan.
Microbiële activiteit
Het mineraliserend vermogen van het bodemleven en de totale microbiële biomassa in een bodem.
Ecosysteemdienst waterkwantiteit en waterkwaliteit
OBI indicator
Omschrijving
Nitraatuitspoeling
De capaciteit van een bodem om stikstof vast te houden of te verplaatsen (te bufferen) en daarmee stikstofuitspoeling naar het grondwater te verminderen.
Ecosysteemdienst klimaatmitigatie
OBI indicator
Omschrijving
OS-balans
De totale aanvoer van koolstof naar de bodem.
Bodembeheer
OBI indicator
Omschrijving
Bodembeheer
Bijdrage van het bodembeheer aan verschillende ecosysteemdiensten.
Bodemconditiescore
Optioneel de mogelijkheid om een visuele bodemkwaliteitsbeoordeling te doen en daarmee de interpretatie en beoordeling van bodem fysische functies aan te passen.